CD INFORMATION  
ROOTSVILLE CD REVIEW by witteMVS
IAN HUNTER (UK)
Man Overboard

01. The Great Escape
02. Arms And Legs
03. Up And Running   
04. Man Overboard  
05. Babylon Blues  
06. Girl From The Office  
07. Flowers  
08. These Feelings  
09. Win It All
10. Way With Words
11. River Of Tears

Zoals je wel weet, of zou moeten weten, werd een groot deel, zoniet het grootste deel, van de rock en pop geschiedenis geschreven op de Britse eilanden.  Het ganse zwarte bluesgebeuren van vóór, tijdens en na de tweede oorlog was zéér ver van het bed van de blanke Amerikaan, van welke leeftijd dan ook. Slechts één enkeling vond zich terug in die muziek, een jonge trucker uit het zuiden, Presley genaamd. Hij begon met de hulp van Sam Philips plaatjes op te nemen, die aardig bluesy klonken, maar hij moest al heel snel zijn sound oppoetsen om het grote publiek te bereiken. Die twee of drie singeltjes waren echter genoeg geweest om de oren te doen spitsen van de menige folky skiffle groups in de U.K. die actief bezig waren met muziek. Uit één van die groepjes ontstonden The Beatles. Ik moet je daar niet meer over vertellen. Sommigen gingen uitvingeren waar die vroege Amerikaanse rockers teeny-boppers hun mosterd eigenlijk vandaan haalden en stuitten zo op Big Bill Broonzy, Chuck Berry, Muddy Waters, John Lee Hooker, Jimmy Reed en zovele anderen. Ze haalden die rare kerels naar Londen, luisterden ernaar, speelden voor backing band en richtten  r&b bands op, om die bluesnummers zelf te gaan spelen. De gekste namen werden bedacht, Alexis Korner’s All Stars Blues Incorporated, The Rolling Stones, The Yardbirds, The Bluesbreakers, Fleetwood Mac…en de rest is geschiedenis. Deze nieuwe Britse blues werd ge-re-exporteerd naar de States en nagespeeld door jonge blanke snaken als Paul Butterfield, Mike Bloomfield, Charlie Musslewhite… Deze nieuwe blanke Amerikaanse bluesbands converteerden zich uiteindelijk in de genoegzaam bekende LSD-bands. En terwijl in Amerika de bands zich nog wentelden in hun roes van de Flower Power jaren, enkele uitzonderingen zoals proto-punkers The Velvet Underground, The Stooges en The New York Dolls niet te na gesproken, stak er in Britannia alweer een nieuwe stroming de kop op. Een veelzijdige stroming die zich maar moeilijk liet categoriseren. Daarom werd er later de titel pubrock aan gegeven, bij gebrek aan beter. Eén van de Britse protagonisten van het genre waren Mott the Hoople, en daarmee zijn we dan eindelijk beland waar ze ons hebben moesten. Want Ian Hunter was (en is nog steeds) de frontman, singer, songwriter, guitarist en bezieler van deze legendarische band.

Legendarisch, het woord is gevallen, bij de incrowd, jawel. Het grote publiek en het daarmee gepaard gaande succes hebben ze echter, spijtig genoeg nooit gekend. En daarom, dames en heren, bespreek ik maar wat graag deze man, want ik heb het altijd nogal gehad voor underdogs. En ik hoor het al zeggen daar op de laatste rij: “Maar…dat is toch geen blues !?” Strikt technisch gesproken is dit inderdaad geen blues, maar ik wil er dan wel onmiddellijk aan toevoegen dat Ian Hunter gevoelmatig meer blues in zich heeft en er ook laat uitkomen, dan pakweg ene Bonamassa.
“Man Overboard” is een prachtig album geworden. Let wel, dit is geen steriele come-back. Ian Hunter is helemaal terug van nooit weg geweest sinds hij zijn solocarrière lanceerde in 1972 na de ontbinding van Mott the Hoople. In 1975 kwam hij op de proppen met zijn eerste solo-LP dat de fantastische song “Once Bitten Twice Shy” bevatte, een schot in de roos. Er volgden nog zeventien LP’s/CD’s met in ’79 zijn beste aller tijden “You’re Never Alone with a Schizophrenic” met pareltjes van songs als “Bastard”, “Standing in My Light” en “Cleveland Rocks”.

In 2007 maakte hij met “Shrunken Heads”, zijn achttiende album wereldkundig. De man heeft dus niet bepaald stilgezeten. En hoewel deze laatste niet de verdiende aandacht kreeg, buiten de vakpers, was het toch al de gunstige voorbode van de parel die nu in mijn Laser II class-apparaat van digitale code naar gezellige analoge muziek wordt omgetoverd. Waarvoor mijn onuitsprekelijke dank, Ian.
Zoals ik al zei, met “Man Overboard” is er helemaal geen man overboord, want het is een pracht van een CD, met een Hunter in volle vorm en ornaat. Zijn stem klinkt nog altijd als die van de goeie ouwe Ian Hunter in zijn jonge tijd. Een anachronisme ? Geenszins, verdomme. Tenzij je Bob Dylan ook een oubollige vakidioot verklaard, maar dan zijn we uitgepraat. Goeie muziek kent geen tijdsbeperkingen, is van alle tijden en tijdloos tegelijk. Amen en uit !

Zowel de muziek als de lyrics staan op een zeer hoog niveau, en blijven tegelijk ook nog uiterst beluisterbaar, genietbaar, absorbeerbaar. Geen loze rijmelarij maar intelligente teksten op rockmuziek, een Britse evenknie voor, zijn naam is hier reeds gevallen, de Amerikaanse rockdichter Bawb Dylan. Van de eerste song tot de laatste hebben ze iets te vertellen. Luister naar “Arms and Legs”,
I still got your picture hanging in my soul
Every time I look at it the tears start to roll
I still got your laughter buried in my brain
Every time I hear it I start tearing up again.
These are my arms, these are my legs
These are the words running ’round in my head
I want to be where you are, I want to do what you do
‘Cause nothing really matters but you.
Voor de productie tekent Andy York, samen met Ian Hunter. En die is ronduit prachtig. Echt op zijn Hunters zoals hij altijd heeft geklonken. Met instrumenten die relevant zijn binnen het kader van het nummer en vooral !! geen lamenterende strijkers of dito synthesizer toestanden. The simplicity of the producing makes the beauty of the songs.

Dit is een zeer straffe aanbevelenswaardige plaat van een klassebak die nu eens niet zijn ziel verkoopt om in de lucratieve charts te geraken. Want wie dit kan maken, kan ook commerciële rommel bijeenflansen. Nee, niks van, daarvoor is deze man te integer. Zoals hij zelf zong, vijfendertig jaar geleden : “The Truth, the Whole Truth, Nuthin’ But the Truth”.
Ian vierde dit jaar zijn zeventigste verjaardag, maar dat doet hem blijkbaar alleen maar goed. Want hij blijft kwaliteit produceren. Proficiat vanwege Rootsville en al zijn lezers.

De muzikanten op dit album zijn :
-Ian Hunter : vocals, acoustic guitar, harmonica, piano
-Steve Holley : drums, percussion
-Paul Page : bass
-Jack Petruzelli : electric guitar, slide guitar
-James Mastro : electric guitar, baritone guitar, bouzouki, high string acoustic,
mandolin
-Andy Burton : grand piano, Hammond organ, Vox organ, harmonium, accordion,
Harpsichord, Wurlitzer, Marxophone, cosmovox
-Andy York : acoustic guitar, electric guitar, baritone guitar, resonator guitar,  
backing vocals
-Cat Martino : backing vocals
-Rick Tedesco : backing vocals
-Mark Bosch : lead guitar on “Up and Running”

Op 1, 2, 3, 5 en 6 oktober 2009 is er voor de tweede maal een reünie concert van de originele Mott the Hoople in de HMV Hammersmith Apollo Theater te Londen. Eerst waren er twee data gepland die onmiddellijk uitverkocht waren. Er werd een derde dag bijgevoegd die ook meteen uitverkocht was. En 5 en 6 zijn ook zo goed als uitverkocht. Als je er dus wil bij zijn, moet je snel wezen.

De volledig originele Hoople bezetting zal er zijn opwachting maken. Ian Hunter, Verden Allen, Dale Griffin, Mick Ralphs en Overend Watts.
Woopie, dat wordt wat. De voorlaatste keer dat Mott in de Hammersmith Odeon speelde, zoals het theater toen heette, braken er regelrechte rellen uit omdat de directie het nodig vond de show voortijdig te stoppen. De volledige Britse pers kopte ’s anderendaags : “Mott Riot-Rock ‘n’ Roll is here to stay”.

witteMVS

INFO ARTIST
website
my space
video
RECORD LABEL
NEW WEST RECORDS
website
DISTRIBUTION
SONIC RENDEZVOUS
website